Ga naar de hoofdinhoud
Naar de startpagina

Hoe gebruik ik een inhalator?

Indien je meerdere medicijnen inhaleert, overleg dan met je arts welk medicijn je het best als eerste kunt inhaleren. Wacht minimaal 1 minuut voordat je een volgend medicijn inhaleert.

  • Zorg ervoor dat je mond leeg is.
  • Houd de inhalator rechtop vast met het mondstuk beneden.
  • Schud de inhalator korte tijd krachtig.
  • Haal de beschermdop van het mondstuk.
  • Als je een nieuwe inhalator voor het eerst gebruikt, spuit dan eerst 3 pufjes in de lucht.
  • Als je de inhalator langer dan 1 week niet hebt gebruikt, spuit dan eerst 1 pufje in de lucht.
  • Ga goed rechtop zitten of staan.
  • Adem langzaam en volledig uit door je mond. Let op dat je niet in de inhalator blaast.
  • Breng direct na de uitademing de inhalator naar je mond. Klem het mondstuk tussen je tanden en omsluit het met je lippen.
  • Richt je kin iets omhoog.
  • Druk de inhalator in terwijl je krachtig en zo diep mogelijk inademt.
  • Houd je adem minstens 10 seconden in of zolang je kunt. Neem intussen de inhalator uit je mond.
  • Adem daarna rustig helemaal uit.

Als je arts 2 pufjes heeft voorgeschreven, herhaal dan alle stappen te beginnen bij het schudden. Veeg na het inhaleren het mondstuk af met een tissue en plaats de beschermdop terug. Spoel je mond en keel met water. Eerste slok spoelen: gorgelen en uitspugen. Tweede slok: doorslikken.